zondag 5 mei 2013

Mythes in de Fotografie en (iets heel anders) --> Internetfraude



Mythes in de fotografie:

Johan Elzenga heeft in het magazine Focus van mei 2013 een aantal mythes in de fotografie beschreven en bestreden. Een daarvan is het algemeen geaccepteerd gegeven dat scherptediepte verdeeld is volgens de verhouding 1/3 voor het scherpstelpunt en 2/3 achter het scherpstelpunt. In zekere zin verassend, dus tijd voor een eigen onderzoekje. Hiervoor heb ik drie objectieven (groothoek, standaard, tele) voor een analoge camera gebruikt (je zou dus kunnen zeggen: geschikt voor “full frame”). Analoog of digitaal maakt verder ook niet uit, het principe blijft gelijk. Mijn conclusie (zie tabel hieronder) is dat de auteur volkomen gelijk heeft en dat de genoemde en algemeen aanvaarde scherptediepteverhouding 1/3 – 2/3 maar sporadisch voorkomt. Wel is het zo dat in alle gevallen de scherptediepte groter is achter het scherpstelpunt dan ervoor.



Invloed van de sensor (digitaal) op de scherptediepte:   

Een in het artikel niet beschreven aspect is de invloed van de grootte van de sensor op de scherptediepte. De algemeen aanvaarde regel is hier: hoe kleiner de sensor, hoe groter de scherptediepte. Met andere woorden; Een full frame-sensor (24x36 mm) zou dus een geringer scherptedieptebereik hebben dan een crop-sensor. Ook dit is relatief, want bij gelijke omstandigheden (hetzelfde objectief, dezelfde onderwerpsafstand en dezelfde instellingen) is het scherptedieptegebied precies gelijk. Het verschil ontstaat doordat als je hetzelfde plaatje wilt hebben (gelijke beeldhoek), je met een camera met full frame-sensor dichterbij moet gaan staan dan wanneer je een camera met crop-sensor hanteert. Dit resulteert in een kleinere instelafstand en als gevolg hiervan een kleinere scherptediepte.

Internetfraude:

Kort geleden was het weer zover. Ik kreeg de volgende phishingmail in m’n e-mailbox;


Waarschijnlijk iedere computergebruiker krijgt dergelijk e-mails van tijd tot tijd toegestuurd en  velen zullen er helaas ‘intrappen’, om vervolgens ‘geplukt’ te worden. Ik heb niet de illusie deze criminelen te kunnen opsporen, omdat ze altijd gebruik maken van valse IP-adressen al dan niet via malware op PC’s van nietsvermoedende gebruikers geïnstalleerd, maar uit nieuwsgierigheid doe ik vaak aan ‘IP-tracking’. Allereerst klik ik met m’n rechter muisknop op de bewuste e-mail. Open vervolgens ‘eigenschappen’ à’details’ en pik het bron IP-adres op uit de mail. Dit plak ik in een programmaatje genaamd “Spyderweb” (te vinden op http://www.spyderweb.eu/), tab “IP-tracker” en klik op “Zoek”. Dit leverde in dit geval het onderstaande plaatje op;

  
Hierop kun je dus zien dat de bron van het bericht (voor zover je hiervan kunt spreken) in Alkmaar ligt. Maar wat vaker voorkomt is dat je deze ergens in het Oostblok of Azië zult vinden. Zoals gezegd: Je kunt er verder weinig mee, maar het is altijd leuk om even voor Sherlock Holmes te spelen. Heb trouwens wel een ‘abuse bericht’ naar de bank gestuurd en deze reageerden heel snel per e-mail waarin ze meedeelden het bewuste IP-adres te hebben geblokkeerd.  

Groeten,

Hans.